Wanneer kies je voor een korte tijdelijke lijfrente, en wanneer beter niet?
Als je je opgebouwde lijfrente laat uitkeren via een bankspaarrekening, is de uitkering altijd tijdelijk. De meeste lijfrenteniers kiezen daarbij de kortst mogelijke looptijd van vijf jaar, zodat ze vooral aan het begin van hun pensioen over extra geld beschikken. Maar daar schuilt ook een gevaar in.
Een opgebouwde lijfrente mag je als je dat wil laten uitkeren door een verzekeraar. In dat geval kan de uitkering levenslang zijn. Maar dit is vaak een dure optie – verzekeraars houden flink wat kosten in. Veruit de meeste mensen kiezen liever voor een tijdelijke lijfrenteuitkering via een bankspaarrekening.
Je gespaarde kapitaal wordt daar in één keer op gestort en vervolgens periodiek aan jou uitbetaald, totdat de rekening leeg is. De looptijd mag je zelf kiezen, maar deze moet minimaal vijf jaar en mag maximaal dertig jaar lang zijn.
De kortst mogelijke periode van vijf jaar is de populairste looptijd bij gebruikers van Vrijelijfrente.nl.
Waarom is een lijfrenteverzekering niet meer populair?
Je lijfrentekapitaal uit laten keren door een verzekeraar is zoals gezegd erg duur.
Maar er is nog een belangrijk minpunt. Omdat een verzekerde lijfrente in principe levenslang is, kan de uitkering erg laag uitpakken. Zeker als je geen gigantisch kapitaal bij elkaar hebt gespaard.
Dit terwijl veel lijfrenteniers juist in de eerste jaren van hun pensioen in het appeltje voor de dorst willen bijten. Ze zijn dan nog relatief jong en willen er regelmatig op uit.
Daarom is het minimum van vijf jaar als uitkeerperiode absoluut favoriet onder diegenen die een bancaire lijfrenteuitkering afsluiten.
Overheid heeft bezwaren
De overheid vindt dit echter minder wenselijk. Na vijf jaar pensionering wordt je inkomen namelijk plots een stuk lager. Dit terwijl prijzen blijven oplopen.
In de politiek gaan dan ook stemmen op om de tijdelijke lijfrenteuitkering af te schaffen. Omdat Nederland de komende jaren overstapt op een nieuw pensioenstelsel, is er een kans dat de huidige regeling wordt aangepast.
Lopende uitkeringen zouden dan wel intact blijven. Een ‘nieuw regime’ banksparen is waarschijnlijk alleen van toepassing op wie in de toekomst een uitkering afsluit.
Voors en tegens zijn voor iedereen anders
Of een korte tijdelijke lijfrente afsluiten verstandig is, hangt heel erg af van je persoonlijke situatie. Allerlei factoren spelen een rol: je netto-inkomen en woonlasten, je persoonlijke vermogen, of je wel of geen partner en kinderen hebt en vooral ook de hoogte van je lijfrentekapitaal. Het maakt nogal een verschil of je 10.000 of 100.000 euro hebt gespaard.
De voors en tegens wegen voor iedereen anders. Een paar voorbeelden.
Heb je een riant werknemerspensioen en een eigen woning waar geen hypotheek meer op zit, dan is je lijfrente een extraatje en doet het er mogelijk minder toe dat deze tijdelijk is. Heel anders kan het juist zijn wanneer je maar een heel klein pensioen geniet en nog leningen moet aflossen.
Wie kinderen heeft, vindt het misschien een prettig idee dat de bankspaaruitkering op hen overgaat als je binnen de looptijd zou overlijden. Een verzekerde lijfrente stopt dan, tenzij je het anders hebt geregeld met de verzekeraar.
Verder speelt ook nog mee of je een partner hebt, al dan niet met inkomen uit werk of pensioen. Een korte, tijdelijke lijfrente kan bijvoorbeeld nuttig zijn als overbrugging naar het pensioen van je partner, als hij of zij enkele jaren jonger is dan jij.
Weet je niet zeker wat het beste is in jouw situatie, dan is het slim om een adviseur in te schakelen. Hij of zij neemt alle aspecten van je persoonlijke situatie in ogenschouw.
Conclusie
Een korte tijdelijke lijfrente van bijvoorbeeld vijf jaar raden wij alleen aan voor wie het geld niet nodig heeft voor zijn vaste lasten en levensonderhoud, of voor wie een periode waarin er minder geld beschikbaar is wil overbruggen. Ook moet je een duidelijke rekensom hebben gemaakt en heel goed weten wat je doet. Belangrijk is dat er na de uitkeerperiode nog steeds genoeg geld is voor de boodschappen, de rekeningen en jouw levensstandaard.
Kies wél voor een korte tijdelijke lijfrente als:
– je nog andere bronnen van inkomsten hebt naast je AOW, bijvoorbeeld een werkgeverspensioen.
– de uitkering een extraatje is dat je niet nodig hebt voor levensonderhoud.
– het verlies van lijfrente-inkomen kan worden opgevangen met vermogen of ander inkomen.
Kies liever geen korte tijdelijke lijfrente als:
– je geen werkgeverspensioen hebt.
– je onzeker bent over je financiële situatie op hoge leeftijd.
– je de uitkering nodig denkt te hebben voor levensonderhoud.
– je hele verdere leven verzekerd wilt zijn van extra inkomen uit je opgebouwde lijfrentekapitaal.
Splitsen is ook een optie
Zoals gezegd speelt ook de omvang van je spaarsom mee. Met een relatief klein kapitaal van bijvoorbeeld 10.000 euro heeft het weinig zin om te kiezen voor 30 jaar uitkeren. Je zou dan elke maand minder dan 30 euro ontvangen – wat aan het eind van de rit door inflatie waarschijnlijk nog nauwelijks waarde heeft.
Heb je veel meer gespaard en beschik je bijvoorbeeld over 100.000 euro, dan zou het zonde zijn als je dit binnen vijf jaar opmaakt.
Bij een groter kapitaal wordt ook een combinatie mogelijk: je laat de helft door een verzekeraar uitkeren en de andere helft door een bank.
Beleggen met een deel van je kapitaal kan ook nog. Je krijgt dan een variabele uitkering die afhangt van je beleggingsrendement.
Een bankspaarrekening is in elk geval de eenvoudigste en meest zekere oplossing. Een groot voordeel is dat je makkelijk zelf je uitkering kunt uitrekenen en precies weet wat je gaat krijgen.
(Ton Hermans, Vrijelijfrente.nl, 14 december 2022)