Tweede Kamer geeft groen licht voor nieuwe pensioenwet
Vlak voor de jaarwisseling heeft de Tweede Kamer dan eindelijk ingestemd met de nieuwe pensioenwet. Dit betekent dat na vijftien jaar politieke discussie de weg vrij is voor een nieuw pensioenstelsel in Nederland. Aanvullend pensioen dat je opbouwt via je werk zal er voor veel mensen anders gaan uitzien.
Dat de pensioenwet is aangenomen, betekent niet dat het nieuwe pensioenstelsel klaar is. Het is ook niet in een paar zinnen samen te vatten.
Het komt er grofweg op neer dat je later geen vaste pensioenuitkering meer zult krijgen die uit een collectieve pot wordt betaald en die samenhangt met je gemiddelde of laatstverdiende salaris. Een levenslange garantie op bijvoorbeeld 70 procent van je loon zit er bijvoorbeeld niet meer in.
In plaats daarvan wordt je werknemerspensioen afhankelijk van de hoogte van de pensioenpremie die je maandelijks inlegt via je salaris en hoe succesvol deze premie wordt belegd. Je bouwt dus een individueel vermogen op waar je later een levenslange uitkering aan onttrekt.
Dit is niets nieuws, een heleboel Nederlanders hebben al zo’n type pensioenregeling. In de toekomst wordt het echter de norm.
Let op, het gaat hier alleen om aanvullend pensioen dat je via je werkgever opbouwt, de zogenaamde tweede pijler van het pensioen. Er verandert niets aan de AOW (pijler 1, dit blijft wel een vast bedrag) of aan de lijfrente die je eventueel zelf hebt gespaard ter aanvulling hierop (pijler 3).
Hoe gaat het nu verder?
Het nieuwe pensioenstelsel wordt niet morgen al ingevoerd. Sowieso moet de Eerste Kamer de wet nog goedkeuren.
Daarna krijgen werkgevers vier jaar de tijd om over te stappen naar een pensioenregeling die aan de nieuwe wet voldoet. Dit betekent vooral dat grote pensioenfondsen vóór 2027 hun huidige collectieve pot geld moeten gaan verdelen over aparte potjes voor individuele deelnemers. Dat is een hele klus die ieder fonds op zijn eigen manier kan invullen.
Voor wie bij een pensioenverzekeraar zit en al zo’n individueel potje heeft, verandert er misschien niet heel veel.
Ook moet er nog een oplossing worden gevonden voor de vele Nederlanders die wel werken maar geen pensioenregeling hebben. Dit zijn niet alleen zzp’ers maar ook mensen die in dienst zijn bij een klein bedrijf. Naar schatting 10 à 15 procent van alle werknemers bouwt nu geen pensioen op.
Waarom verandert dit?
Het idee is dat pensioenen op deze manier waardevaster worden en minder gevoelig zijn voor bijvoorbeeld inflatie of financiële rampen zoals de kredietcrisis van 2008. Die had tot gevolg dat er uitkeringen moesten worden gekort en dat premies moesten worden verhoogd.
In de toekomst zal je werknemerspensioen stijgen als jouw potje goed rendeert of dalen als het slecht gaat.
Volgens nieuwe cijfers van De Nederlandsche Bank zouden de meeste Nederlanders hiermee een hoger pensioen moeten krijgen dan nu.
Ook moeten er minder mensen buiten de boot vallen. Door de opkomst van flexibel werken is het aantal mensen zonder pensioen snel gegroeid. Iedereen moet pensioen kunnen opbouwen en daar wordt het systeem op aangepast.
Wat kan ik doen?
De belangrijkste trend is dat jouw pensioen niet meer de verantwoordelijkheid is van je werkgever alleen. Als werknemer zul je er bewuster van zijn dat je een kapitaal opbouwt voor later.
Het is in ieder geval slim om ook zelf voor je pensioen te sparen. Dat kun je doen met bijvoorbeeld een lijfrente of een bankspaarrekening, waar je binnen fiscale grenzen vrij op mag inleggen.
(door Ton Hermans, Vrijelijfrente.nl, 11 januari 2023; Bronnen: FD, DNB)
Lees ook: